Mirjam Marijs is terug uit Oekraïne

In 2018 vertrekt oud-Hoornbeeckstudent Mirjam Marijs uit het Zeeuwse Hoedekenskerke naar Oekraïne. Op vrijdag 25 februari 2022 keert ze noodgedwongen terug naar Nederland. “Een van de moeilijkste beslissingen van mijn leven.”

HOORNBACK PASPOORT

Naam: Mirjam Marijs
Opleiding: SPW-4
Locatie: Goes
Periode: 2005-2009
Nu: Hulpverlener in kindertehuis Oekraïne via stichting Kimon, momenteel actief in Nederland bij Oekraïense vluchtelingen

In 2009 verlaat Mirjam Hoornbeeck Goes met een diploma SPW-4 op zak. Ze gaat aan de slag als au-pair, pgb’er en gastouder in diverse gezinnen in Nederland. Tussendoor werkt ze drie maanden bij een gezin in Amerika en doet ze drie maanden vrijwilligerswerk in Oekraïne, met Roma-kinderen. Die ervaring laat haar niet meer los en hetzelfde geldt voor het land Oekraïne. “Er is veel corruptie, wantrouwen en armoede. Kwetsbare groepen hebben daar het meeste last van.”

Mirjam wil graag terug voor een langere periode. “Ik heb biddend gezocht waar mijn plekje was en waar mijn taak ligt. In Oekraïne zijn veel kinderen die aan hun lot overgelaten worden. Tijdens mijn eerste verblijf had ik contact met de stichting Children’s Relief. Nadat ik opnieuw in contact kwam met hen, raakte ik er steeds meer van overtuigd dat daar een taak voor mij lag.” Ze gaat in 2018 samen met collega-hulpverlener Marianne Janse aan de slag in een ziekenhuis in Vinogradiv, op de afdeling waar kinderen liggen die zijn achtergelaten door hun ouders.

Liefde en aandacht

Als het aantal kinderen in dit ziekenhuis door nieuwe wetgeving afneemt, stapt ze over naar een kindertehuis in Svaliava. Daar zijn veel ziekenhuiskinderen vanuit Vinogradiv ondergebracht. Ze verleent zorg aan elf kinderen met een beperking, in leeftijd variërend van 1 tot 5 jaar. “We proberen ze te stimuleren in hun ontwikkeling.” De basis is liefde en persoonlijke aandacht geven, van daaruit doen Mirjam en Marianne oefeningen met de kleintjes. “Ons gebed is of de Heere dit kleine poosje liefde dat ze krijgen wil zegenen, zodat ze er in hun verdere leven profijt van hebben.”

‘Ons gebed is of de Heere dit kleine poosje liefde dat ze krijgen, wil zegenen’

Oorlog

Op donderdag 24 februari komt er abrupt een einde aan het werk van Mirjam en Marianne. “We zagen het al aankomen door alle Russische troepen aan de grenzen, maar de Oekraïners zelf dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen”, vertelt Mirjam. “’s Ochtends kreeg ik echter een bericht van vrienden dat de oorlog was begonnen. Dan schrik je, ook al weet je dat ze niet zo snel in onze regio (nabij de Hongaarse grens, red.) zullen zijn.”

In de ochtend werkt Mirjam nog ‘gewoon’ met de kinderen, in de loop van de dag is er veel contact met het thuisfront én met Nederlandse media die haar bellen. “Donderdagavond hebben we, mede op aandringen van ons hometeam, besloten om op vrijdag te vertrekken. We hebben het biddend besloten. Ja, dit was een van de moeilijkste beslissingen van mijn leven. Het liefst wil je bij de kinderen zijn.”

‘De Oekraïners zelf dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen’

Dit moet ik doen

Op vrijdag passeren Mirjam en Marianne de Hongaarse grens en na een overnachting in Boedapest reizen ze via Wenen naar Nederland. “Eenmaal thuis was ik er zeker van dat het de goede beslissing was. Maar na een paar dagen ga je toch nadenken: en de kinderen dan?” In Nederland komen de eerste vluchtelingen uit Oekraïne binnen en al snel wordt Mirjam benaderd vanuit Nunspeet. Ze spreekt de taal en er komt een groep gezinnen met pleegkinderen naar de Veluwe. “Ik voelde meteen: dit moet ik doen.” Ze is vervolgens ruim drie weken vrijwel non-stop in touw om deze groep te begeleiden. Inmiddels kan ze af en toe een dagje vrij nemen.

Naar Nederland

Naast dit werk probeert Mirjam om ‘haar kinderen’ uit Svaliava naar Nederland te krijgen. De omstandigheden in het kindertehuis verslechteren met de dag. “Ik heb mijn hart aan ze verpand en wil graag zo snel mogelijk weer voor ze zorgen. Het is nu het beste voor ze als ze hier komen. Svaliava ligt 200 kilometer van de dichtstbijzijnde ingeslagen bom, maar ik wil toch graag dat ze daar weggaan.”

Dit artikel staat in de Forward 2022.